“Als ik zie hoe De Haven zich in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld ben ik vooral trots”, begint Paul te vertellen. “In 2002 was De Haven een verzorgingshuis met een beperkte omvang en invloed. Er werkten ongeveer 70 mensen. Ik heb nooit een pad uitgestippeld om te komen tot wat De Haven tegenwoordig is, we waren in 2002 vooral druk met de voorbereidingen voor de nieuwbouw van het hoofdgebouw. Toen ik werd aangenomen lagen de tekeningen voor de oostvleugel al klaar, wel heb ik nog kunnen meedenken over de tekeningen van de westvleugel, waar onder meer de luxe appartementen van Havenstaete zijn gerealiseerd.”
Grafische wereld
Toen Paul in 2002 begon, was de ouderenzorg relatief nieuw voor hem. Hij had ervaring als eerste contactpersoon van zijn moeder die verbleef in een zorginstelling in de regio, maar de keuze om te solliciteren bij De Haven was lang niet vanzelfsprekend. Zelf komt Paul uit de grafische industrie. Geboren in Amsterdam was hij al op jonge leeftijd te vinden in de drukkerij en uitgeverij van zijn vader. Daar ontstond zijn liefde voor de grafische wereld. Tijdens de studie bedrijfseconomie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam werkte hij als leerkracht in het middelbaar onderwijs, na zijn afstuderen kwam hij in het universitair en hoger beroepsonderwijs terecht. Enkele jaren later stapte hij over naar een grote commerciële vellendrukkerij. Daar was hij vooral bezig met automatiseren en programmeren. De laatste jaren was hij tevens verantwoordelijk voor de financiële en de personeelsadministratie. Door een fusie verviel Pauls functie en kwam hij bij een bedrijf terecht dat wereldwijd actief was in de vervaardiging van marketing- en communicatiemateriaal. Van de Nederlandse vestiging werd hij financieel directeur. “Na verloop van tijd kwam ik daar in een outplacementprogramma terecht. Toen heb ik de tijd genomen om na te denken wat ik wilde. Uit dat traject bleek dat ik een overstap wilde maken naar de non-profitsector. Ik was al jaren actief in het zendingswerk en kwam zo ook in aanraking met leden van de Westerkerk. Ik geloof dat een toenmalig lid van de Westerkerk mij nog attendeerde op de vacature bij De Haven. Ik solliciteerde en had een gesprek met het toenmalige bestuur, dat klikte wel. Al vond ik het ook belangrijk wat Pauline, mijn vrouw, vond van de overstap naar De Haven. Gelukkig had zij direct een klik omdat ze zelf ook uit de ouderenzorg kwam. Met haar heb ik altijd heel veel kunnen delen en zij leefde zéér mee met de organisatie.”
Keuze voor verpleeghuiszorg
Tot 2007 lag het accent van Paul als bestuurder bij de begeleiding en realisatie van de nieuwbouw. Daarna waren er zorginhoudelijke ontwikkelingen die aandacht behoefden. “Toen al waren er geluiden dat ouderen langer thuis moesten blijven wonen. Het oude verzorgingshuismodel dat wij kenden bleek in de toekomst niet meer te handhaven. We hebben toen de ontwikkeling naar verpleeghuiszorg in gang gezet en toelating hiervoor aangevraagd. Dit is één van de belangrijkste keuzes geweest tijdens mijn tijd als bestuurder. Veel andere verzorgingshuizen hebben de stap naar verpleeghuiszorg nooit gezet en hebben daar later spijt van gekregen. Vanaf 2005 hadden we een verpleegdependance van Beweging 3.0 in huis, De Zilvermeeuw. Toen De Haven eenmaal zelf verpleeghuiszorg kon bieden, besloten we die dependance over te nemen. De behandeldiensten huurden wij in van Birkhoven, later van Silverrade. In 2017 startten we onze eigen behandeldienst. Deze stap paste zeer goed bij de visie van De Haven om zelfstandig en lokaal te werken. Het op een hoger plan brengen van de multidisciplinaire samenwerking speelde hierbij een belangrijke rol.”
Parallel aan de keuze om verpleeghuiszorg te gaan bieden liep de start van het aanbod van zorg- en dienstverlening in de wijk. Vanaf 2010 groeiden de wijkverpleging en de huishoudelijke ondersteuning in de wijk fors. “Verpleeghuiszorg was alleen bedoeld voor die ouderen die echt niet meer zelfstandig thuis konden wonen. We zagen dat de ouderen die voorheen in aanmerking kwamen voor een plek in het verzorgingshuis, ook niet meer goed alleen in een wijk konden wonen. Er waren meer voorzieningen en ondersteuning in de nabijheid nodig. Mede daarom zijn we gaan nadenken over de herontwikkeling van Op de Ree. Inmiddels staat er een prachtig complex van gebouwen, met De Haven als centraal punt waar zorg en ondersteuning altijd vlakbij zijn.”
“Ik denk dat we dit allemaal konden realiseren, doordat we een pragmatische organisatie zijn die snel kan schakelen als dat nodig is. En wat helpt is dat ik niet zo bang was om iets in gang te zetten, ondanks dat we nog niet alle nota’s en beleidsplannen strak dichtgetimmerd hadden. Onderweg kom je altijd onvoorziene situaties tegen en daar moet je mee aan de slag. Als geboren optimist denk ik graag in mogelijkheden. Niet te lang blijven praten, maar aan het werk, dan kom je er meestal wel doorheen. Ik heb een zeer groot verantwoordelijkheidsgevoel, als er een beroep op je wordt gedaan moet je, als het enigszins kan, daar gehoor aan geven. Neem je aandeel serieus.”
Toekomst ouderenzorg Bunschoten
Dat het niet in de aard van Paul ligt om rustig richting zijn pensioen te werken, blijkt wel uit de plannen die er liggen voor de toekomst. “De Haven neemt een centrale plek in Bunschoten in. Het is voor de toekomst belangrijk om dit zo te houden. Misschien is dat wel de belangrijkste boodschap die ik wil meegeven. De Haven is van en voor het dorp. Meer nog dan vroeger wordt er op De Haven een beroep gedaan om te zien waar gaten vallen in de zorg- en dienstverlening voor ouderen in Bunschoten. We moeten onszelf elke keer weer kritisch afvragen hoe wij kunnen blijven bijdragen aan beantwoording van die zorgvraag. Ik zie dan ook echt het belang van een zorginstelling in een wijk of dorp. Je hebt een centrum nodig met organisatiekracht, waar voorzieningen zijn voor zorg en ondersteuning, waar mensen kunnen binnenlopen, aanspraak en gezelligheid kunnen vinden. Het accent moet komen te liggen op een in de samenleving verankerde organisatie. Dat zie ik zeker terug bij De Haven. En dat doen we niet alleen. Het vraagt lokaal om een goede afstemming om geen zaken dubbel te doen, maar in gezamenlijkheid te werken aan de juiste zorg en ondersteuning op de juiste plek. Zo werken we nauw samen met De Boei rondom een steunsysteem voor de wijk, met de huisartsen en de gemeente Bunschoten. Ook in regioverband zijn er goede contacten met het ziekenhuis, de gemeenten, de huisartsen en andere zorginstellingen. Dat zijn wezenlijke contacten, we zijn nu eenmaal onderdeel van een groter geheel. We zijn er trots op dat we zoveel ouderen in Bunschoten kunnen bedienen, maar houden het vizier naar de regio wel open. Dat is ook wat de landelijke overheid - onder andere in het Integraal Zorgakkoord - van ons vraagt.”
De betrokkenheid van inwoners bij De Haven heeft Paul altijd gewaardeerd. “Een goed voorbeeld is de start van de palliatief-terminale zorgafdeling in 2017. Dit was een verzoek vanuit het dorp richting De Haven. Het is mooi om te zien dat mede dankzij de steun vanuit het dorp deze afdeling gerealiseerd kon worden. Ik hoop dan ook dat De Haven in de toekomst diezelfde steun mag ervaren als we met elkaar moeten nadenken over hoe we de zorg in Bunschoten in de toekomst moeten vormgeven. Vanwege de toenemende vergrijzing zijn er in de nabije toekomst minder professionele handen beschikbaar om de ouderen die dat nodig hebben de juiste zorg en ondersteuning te bieden. De verhoudingen tussen formele en informele zorg gaan verschuiven. De inzet van mantelzorgers wordt steeds belangrijker. De Haven wil haar verantwoordelijk nemen om hier in gezamenlijkheid een oplossing voor te zoeken en te ondersteunen daar waar het kan. Maar dit kan alleen als er vanuit het dorp ook het besef is dat we dit gezamenlijk moeten doen. Omdat het dorp zo verbonden is met De Haven, heb ik er alle vertrouwen in dat dit goed gaat komen.”
Gezegend mens
De verbinding met het dorp ervaart Paul ook persoonlijk, vooral dankzij het geloof. “Het christelijke geloof is aanwezig in de organisatie en in de lokale samenleving. Ik heb daardoor altijd een speciale band ervaren. Ik zie mij als een gezegend mens, ik heb talenten gekregen, maar het is Zijn zegen dat De Haven zich heeft mogen ontwikkelen tot wat zij nu is. Daarin erken ik mijn eigen afhankelijkheid en kleinheid. Ik heb mij regelmatig
afgevraagd: ‘Wat is nu eigenlijk jouw eigen verdienste?’ Maak jezelf niet groter dan dat je bent. Samen met collega’s hebben we de afgelopen jaren hard gewerkt, het is God die daar Zijn zegen over heeft gegeven.”
Op de vraag aan Paul wat hem zo typeert als bestuurder antwoordt hij: “Ik heb altijd geprobeerd toegankelijk, inlevend en empathisch te zijn. Maar als het moest kon ik ook met een vuist op tafel slaan. Ik geef mijn mensen veel ruimte, en werk het liefst op basis van vertrouwen. Nu mijn afscheid nadert zijn er steeds vaker medewerkers die even langslopen en hun dankbaarheid uitspreken. Dat vind ik eigenlijk nog belangrijker dan wat je zakelijk gezien met elkaar hebt bereikt. Dat ik wat heb mogen betekenen voor die mensen. Dat stemt mij dankbaar.”
Paul heeft nog geen kant-en-klaar antwoord als hem wordt gevraagd naar zijn plannen na zijn afscheid. “Ik ga in ieder geval met mijn vrouw Pauline vrijwilligerswerk doen, maar we hebben nog geen keuze gemaakt wat voor vrijwilligerswerk. Dat laten we op ons afkomen.”
Aankomende donderdag 20 april neemt Paul afscheid tijdens een symposium met als thema ‘Menslievende zorg’ in de Westerkerk. ’s Middags volgt het afscheid van bewoners en medewerkers in De Haven.